In deze schrijfoefening beeld je jezelf in als iets anders. Dus niet een ander mens maar een voorwerp of ding. Bijvoorbeeld als een appel, een deur of een boom. Vanuit dit ding of voorwerp schrijf je een gedicht. Hieronder een gedicht vanuit een tafekl geschreven.
Voorbeeld gedicht:
De ochtend breekt aan
Boven hoor ik geluiden
Langzaam komen ze beneden
De deur gaat open
Voetjes trippelen op het parket
Ze beklimmen het hout
Kleine handjes rusten op mij
Stenen schalen dalen op mij neer
Hard en koud
De kamer vult zich met geluid
De kamer vult zich met leven
Ik ben niet meer alleen