Schrijfoefening: Doorschrijven

Bij de oefening doorschrijven is het de bedoeling om gewoon maar te schrijven. Het maakt niet uit wat je schrijft, als je maar schrijft. Vaak heeft een writersblock veel te maken met goed willen schrijven. Omdat men goed wil schrijven ligt de lat erg hoog en is men bang iets te schrijven wat niet goed genoeg is. Bij deze oefening gaat het niet om goed of fout. Maar gewoon, om schrijven.

Hoe gaat de oefening?

Je begint met schrijven. Maakt niet uit wat. Je blijft 5 minuten schrijven zonder te stoppen. Als je niet meer weet wat je wil schrijven herhaal je het laatste woord.
Je begint met een zin die je vandaag gehoord hebt.

Uitwerking:

Wat zie je er leuk uit. Zou je het echt menen? Ik, er leuk uit zien. Of zou je blind zijn. Heeft ze mijn haar niet gezien? Mijn oren, groot en blauwig. Blauwig, blauwig, blauwig blauwig als de middelandse zee. Ik geloof er niks van. Ik geloof nergens meer iets van. Men kan me zeggen wat ze willen, ik besluit nu en vandaag niemand meer te geloven. Ik geloof alleen nog mijzelf. Mijzelf en de bomen. Waarom ik de bomen geloof weet ik niet echt. Bomen lijken me gewoon niet het type dat liegt. Liegt, liegt, liegt, liegt, Dit in tegenstelling tot struiken. Die liegen alsof hun leven er van af hangt. Ik geloof dat ik nog nooit zo’n onzin het geschreven. Ik hoop maar niet dat iemand dit ooit leest. Wordt ik direct naar de psychiater gestuurd. Volgens mij stikt het ook van de spellingsfouten. Ach wat geeft het als ze zeggen dat ik gek ben. Ik geloof toch niemand meer!

Vervolg:

Wat je nu kan doen is een aantal zinnen nemen die je aantrekken uit het bovenste verhaal. Hier kun je weer op verder gaan met een gedicht.

  • Mijn oren groot en blauwig
  • Ik geloof alleen nog mijzelf
  • Struiken liegen alsof hun leven er van af hangt

Voorbeeld gedicht:

Ik kies de eerste zin uit en maak daar een gedicht bij:

Als ik in de spiegel kijk
Zie het gezicht wat ik al jaren ken
Mijn neus zoals altijd glimmend rond
Mijn ogen als kralen zonder draad
Mijn oren, groot en blauwig
Mijn kin als het strand zo wit

Over de paarse straten wandel ik weg
Vandaan bij het gouden koren
Vandaan bij de groene lucht
Vandaan bij waar ik ben
Vandaan bij waar ik zal zijn

Plaats een reactie